Basic-Fit zal spierballen moeten laten zien

Beleggers waren op zijn zachtst gezegd niet blij met de geschetste groeivooruitzichten van fitnessketen Basic-Fit. Daar komt bij dat de toch wel hoge schuld voor hoge rentelasten zorgt. De groeikansen voor de fitnessmarkt op langere termijn zijn echter kerngezond. Het is aan Basic-Fit dit te gaan vertalen in betere prestaties. 

Basic-Fit zag het licht in 2013 toen het als budgetketen werd afgesplitst van HealthCity. Voormalig proftennisser René Moos bouwde Basic-Fit samen met de Britse durfinvesteerder 3i verder uit. Op 10 juni 2016 ging Basic-Fit naar de beurs tegen een prijs van €15 per aandeel. Met uitzondering van het coronajaar 2020 toen de clubs noodgedwongen hun deuren moesten sluiten en het aantal leden met 10% kromp, groeit Basic-Fit gestaag. Sinds de beursgang is het aantal clubs gestegen van 351 tot 1.402 per eind 2023 en daarvan zijn 882 clubs als ‘volwassen’ aan te merken, wat wil zeggen dat ze bij de start van het kalenderjaar minimaal twee jaar bestaan. Het aantal leden bedraagt per eind vorig jaar 3,8 miljoen, tegen iets meer dan 1 miljoen bij de beursgang. Daarmee houdt het bedrijf zich keurig aan de bij de beursgang voorspelde jaarlijkse omzetgroei van 20%. De aanzienlijke operationele hefboom door meer schaal komt tot op heden minder uit de verf. De onderliggende jaarlijkse gemiddelde ebitda-groei ligt tot op heden ook rond de 20% per jaar. Vooral de hoge kosten voor energie, huur en personeel hebben de operationele winstgroei gedrukt. De groep heeft de afgelopen jaren vooral uitgebreid naar Frankrijk en Spanje waar de fitnesspenetratie nog relatief laag is en waar het als budgetspeler marktaandeel kan afsnoepen van gevestigde spelers. Door de coronacrisis waren er wel twee aandelenemissies nodig waardoor het totaal aantal uitstaande aandelen met 20% is toegenomen.